Het stekje is een plant geworden

Delen

De zon haalt het van de koude en creëert mooie lichtvlekken op de gordijnen. De planten op de vensterbank genieten van het licht en de verwarming. Ze groeien – als kolen.
Afscheid nemen is mijn fort niet. Meer nog, ik kan het gewoon niet. Ik wil altijd op één of andere manier een voet in huis blijven hebben. En zo sneed ik een takje van een oude plant af. Niet eens een stekje, maar een willekeurig stukje groen dat ik wou meenemen en een nieuw leven geven bij mij. Ik verzorgde de wonde en zette het takje in wat water. Om te aarden, en om wortel te schieten. Enkele weken liet ik het zo staan in de keuken en keek er soms wat minzaam naar – in gedachten wat ik achterliet. Of gewoon om wat herinneringen op te halen. Ik twijfelde eraan of het takje zijn nieuwe omgeving zou mogen. Maar het verkleurde niet en bleef trots in het vaasje staan. Tot ik vond dat het stilaan wat aarde en een potje verdiende. Met zorg, met liefde zelfs plantte ik het in een plastic potje en zette het in een dieprode cache-pot. Regelmatig gaf ik het wat water, soms wat extra potgrond. En uiteindelijk ging het zijn eigen weg. Ik zag een soort van roodachtig blad verschijnen, dat zich ontwikkelde tot een volwaardig nieuw lichtgroen blad. Het stekje is een plant geworden en schittert op mijn vensterbank. Het plantje leeft, eigenzinnig, zelfstandig, met een verleden, en met een heel leven voor zich. Ik ben er geweldig trots op.

 

 

Hallo, ik ben Sigrid.

Hier lees je over de dingen waarvan ik hou: over Griekenland, over Athene in het bijzonder, over gebak en koffie, over wijn en whiskey, over reizen en culturen, over muziek en over boeken.

Mijn blog probeert mijn gedachten te volgen, hoppend van het één naar het ander. Zelden rustig. Zelden heel lang ernstig.
Veel leesplezier.

Contact: sigrid.lapiere@gmail.com

Gerelateerde artikels

Dimitri Verhulst is een goede kusser. Dat is een aanname, een veronderstelling die ik zelf al te graag geloof. “Wat ik wil zeggen: ik mis de kus.”
Ik betaal de taxichauffeur en stap het plein op, richting bar. De jongen aan de receptie groet mij en ik loop door tot de lift. Zesde verdieping. Deze lift kent mij beter dan ik mijzelf. In de bar is het nog rustig. Alex loopt naar mij toe en groet mij hartelijk. We nemen plaats en ik lach eens naar de barman. Wat ik wens te drinken? Negroni natuurlijk.
Ik lees Een wonderlijk gemis van Christophe Ono-dit-Biot. Beter dan deze titel kan ik niet omschrijven hoe ik het gemis ervaar. Maar naast een wonderlijk gemis wacht er een wonderlijk leven.
Contact

sigrid.lapiere@gmail.com