Ze zijn er in groen en blauw. En met velen. Nee, geen kerstbomen, maar de jongens die voor onze veiligheid instaan. Militairen en politiemannen. Jonge jongetjes zijn het. Verrassend jong. Ik heb er mee te doen. Het weer is barslecht tijdens deze dag die amper licht vindt. Ze staan wat onwennig ter plekke te trappelen met een veel te groot wapen. Ook zij zitten nu veel liever bij hun moeder warme soep te drinken. Groen en blauw op straat. Toch hou ik meer van kerstbomen.
Hoe moet het nu met de kerst? Zou kerst dit jaar afgelast worden? Kerst is druk, veel volk, gezellig, familie, feest, pakjes, vrede jawel. Een – laat ons zeggen – ideaal doelwit voor Daesh. Hoe beschermen we kerst? Zou Minister Jambon huis aan huis de kerstbomen bewaken? Ik weet het niet.
Wat ik wel weet, is dat ik ook dit jaar op zoek ga naar kerstkaartjes. Kleurige hebbedingetjes met veel variëteiten van Meilleurs voeux. Kerstkaartjes schrijven is Kerstmis op zich, een bezigheid die cultivatie verdient. Je denkt aan de mensen naar wie je zal schrijven, je slijt uren in de Fnac op zoek naar een authentiek plaatje want aan e-cards doe je niet, je bedenkt wat je die mensen wenst, je krijgt het warm van al die mooie woorden en je pent ze neer, je post het kaartje. Met wat geluk heb je de ontvanger verrast of ontroerd. Hoe blij kan een ritueel je maken?
Ik pleit in deze donkere tijden voor meer kerstkaartjes. In alle kleuren. Ik pleit ook voor kerstbomen op straat. En ik wens de groene en blauwe jongens een heerlijke kerst, thuis bij hun mama.