Mijn lijf verdraagt de winter niet, mijn hoofd evenmin. Mijn energie is op en mijn weerstand voorbij . Slapen wordt almaar moelijker, de vermoeidheid niet meer te overzien. De winter dringt ongevraagd mijn lijf binnen, sneeuw vult mijn kop. Alleen warmte en ook wel antibiotica kunnen mijn ontstoken lichaam helen. In tussentijd lig ik op de bank, onder een deken, soms met een laptop, vaker dolend in mijn dromen. Dromen van een leven met enkel zomer, met licht en warmte, dromen van een leven met een onbereikbare man, dromen van een leven als in een verdwaasde Vijf-film, dromen van een leven in een boek, met een pen, dromen van een leven in Frankrijk.
En plots komt – bijna uit het niets – wat licht en piept de lente. De zon doet vandaag aardig haar best om mij te behagen. En het wordt wat warmer. Onbereikbare mannen lijken precies wat dichter te komen en het leven van een Vijf-film neigt zowaar naar het mijne. Ik droom nog. Hyundai gaat in op mijn vraag om een onbekende als ambassadeur van hun merk te maken. En dat zorgt voor lente en hoop. Ik ben er blij om, trots ook. Het leven in mijn boek stemt nog niet overeen met het mijne, maar misschien hoeft dat niet. En intussen laat ik mijn lijf wennen aan wat warmte, smelt de sneeuw en sluit ik weer mijn ogen. In mijn dromen rij ik naar het zuiden van Frankrijk, waar mijn lijf nooit meer tegensputtert en de koude niet meer van mij is. Een leven waarin ik mijn verhaal aannemelijk en af maak. Een leven waarin de koffie altijd heerlijk is. Een leven waarin mijn zoon en ik op een zonovergoten terras in Les Vans lachen naar de zon. Ik droom verder en blijf dromen. Tot het uiteindelijk warm wordt.