De plek

Delen

De plaats – een hoekje eigenlijk –  onder de trap kon voor alles dienen. Een bergplaats voor de stofzuiger, een bijna-dood plant, een verloren plastic zak, maar die dag stond er op de plek helemaal  niets. Het was 6 december, ik was acht en de Sint leek mij vergeten. Hoe kon zoiets gebeuren? Ik onderdrukte een snik en begaf mij naar het ontbijt. Ik concentreerde mij op de Nutella-pot om mijn tranen te bedwingen. De vrolijkheid van mijn moeder stak fel af bij mijn ontgoocheling. Hoe kon iemand nog lachen als je eigen wereld ingestort was? Mijn broer prutste aan de korsten van zijn boterham, die hij naar gewoonte niet op at. Hij scheen zich niet om de heilige man te bekommeren.  Hij kroop uiteindelijk van zijn stoel af en liep door het huis. Gillend keerde hij naar de keuken terug. ‘Speelgoed. In de hall.’ Ik rende met hem mee. Ik kon mijn ogen amper geloven. Op de plek stond een blauwe fiets voor mijn broer, een pop voor mijzelf,  een monopoly voor ons beiden en chocolade, marsepein en mandarijntjes. Had ik mij dan zo vergist? Had ik het speelgoed gewoon niet opgemerkt? De voordeur stond nog open. De garagepoort eveneens. Het begon mij te dagen. Sinterklaas had het speelgoed eerst in de garage verstopt en vanmorgen op de plek komen zetten. Zo was het ongetwijfeld gegaan. De monopoly was een Franse editie. De Sint winkelt in Auchan – wist mijn moeder.  We nestelden ons met het speelgoed in de zetel bij ons vader. De Sint zou ons nooit vergeten.
Ik denk hieraan terwijl ik een monopoly koop voor mijn zoon. De wereldeditie – ook in het Frans. En in ons huis hebben we evenzeer een plek, waar mijn zoon als eerste zal kijken als straks de Sint is geweest. Een plek aan de trap.

Hallo, ik ben Sigrid.

Hier lees je over de dingen waarvan ik hou: over Griekenland, over Athene in het bijzonder, over gebak en koffie, over wijn en whiskey, over reizen en culturen, over muziek en over boeken.

Mijn blog probeert mijn gedachten te volgen, hoppend van het één naar het ander. Zelden rustig. Zelden heel lang ernstig.
Veel leesplezier.

Contact: sigrid.lapiere@gmail.com

Gerelateerde artikels

Dimitri Verhulst is een goede kusser. Dat is een aanname, een veronderstelling die ik zelf al te graag geloof. “Wat ik wil zeggen: ik mis de kus.”
Ik betaal de taxichauffeur en stap het plein op, richting bar. De jongen aan de receptie groet mij en ik loop door tot de lift. Zesde verdieping. Deze lift kent mij beter dan ik mijzelf. In de bar is het nog rustig. Alex loopt naar mij toe en groet mij hartelijk. We nemen plaats en ik lach eens naar de barman. Wat ik wens te drinken? Negroni natuurlijk.
Ik lees Een wonderlijk gemis van Christophe Ono-dit-Biot. Beter dan deze titel kan ik niet omschrijven hoe ik het gemis ervaar. Maar naast een wonderlijk gemis wacht er een wonderlijk leven.
Contact

sigrid.lapiere@gmail.com