Ik ben seffens terug

Delen

Mijn moeder had de gewoonte om een briefje aan haar deur te hangen als ze mij verwachtte terwijl ze vlug boodschappen wilde doen. Op een hoek van een gebruikte enveloppe krabbelde ze Ik ben seffens terug. Achteraf vind ik die zin wat raar. Seffens was een woord dat wij niet gebruikten. En toch schreef ze dat. Soit. Mijn moeder komt niet meer terug. Mijn moeder is dood. Nu al heel wat jaren.
Zo’n kattenbelletje zit opgevouwen in mijn agenda. Ik plooi het nooit open, want dan huil ik een halve dag. Als ik eraan denk dat dit briefje daar zit, huil ik ook een halve dag. Ik ben een mens van rommel: in mijn hoofd, in mijn huis, in mijn leven. Ik kan moeilijk afscheid nemen van mensen, van momenten, van plaatsen, van herinneringen, van rommel. Zo verzamel ik tickets, briefjes, kaartjes, foto’s alsof ik door die tastbare dingen de herinneringen in leven wil houden en het verlies als het ware wil ontkennen. Tijd heelt niet alle wonden – daar ben ik intussen wel achter. Je krampachtig vasthouden aan spulletjes die verwijzen naar personen of liefde die er niet meer is, evenmin.
Op een overmoedige zondagmiddag had ik genoeg van mijn verzamelwoede. Dat een wildvreemde mij op twitter een emotionele loser genoemd had na het lezen van een tekst op mijn blog, speelde misschien wel mee. Ik was niet zozeer verbijsterd geweest over het feit dat een onbekende mij iets verweet, maar veeleer over het feit dat hij gelijk had. Met een lege kartonnen doos plaatste ik mij met al mijn oude koekendozen vol prullaria in de zetel. Ik scheurde als een bezetene en gooide weg. Van veel zaken kon ik nog geen afscheid nemen, maar het was een begin.
Ik mis de weggegooide spullen niet, ik heb er zelfs niet meer aan gedacht tot ik er nu over schrijf. Voel ik mij beter, lichter? Hm, dat weet ik niet. Ik voel een scheurende pijn die een slepende deur ook moet voelen. Die pijn heeft niets met spullen, maar met gemis te maken. Ik heb er lang over gedaan om dingen weg te gooien omdat ik mijzelf voorhield dat ik het niet kon. Ik kan het natuurlijk wel, de wil was er gewoon niet.

Knipsel

Hallo, ik ben Sigrid.

Hier lees je over de dingen waarvan ik hou: over Griekenland, over Athene in het bijzonder, over gebak en koffie, over wijn en whiskey, over reizen en culturen, over muziek en over boeken.

Mijn blog probeert mijn gedachten te volgen, hoppend van het één naar het ander. Zelden rustig. Zelden heel lang ernstig.
Veel leesplezier.

Contact: sigrid.lapiere@gmail.com

Gerelateerde artikels

Dimitri Verhulst is een goede kusser. Dat is een aanname, een veronderstelling die ik zelf al te graag geloof. “Wat ik wil zeggen: ik mis de kus.”
Ik betaal de taxichauffeur en stap het plein op, richting bar. De jongen aan de receptie groet mij en ik loop door tot de lift. Zesde verdieping. Deze lift kent mij beter dan ik mijzelf. In de bar is het nog rustig. Alex loopt naar mij toe en groet mij hartelijk. We nemen plaats en ik lach eens naar de barman. Wat ik wens te drinken? Negroni natuurlijk.
Ik lees Een wonderlijk gemis van Christophe Ono-dit-Biot. Beter dan deze titel kan ik niet omschrijven hoe ik het gemis ervaar. Maar naast een wonderlijk gemis wacht er een wonderlijk leven.
Contact

sigrid.lapiere@gmail.com