Lente in de winter

Delen

De zon scheen vanmiddag, maar warmte gaf ze niet. Ze drong de kamer binnen waar ik werkte. Alsof ze wilde zeggen: hé, het is lente, weet je nog? Natuurlijk weet ik het nog. Op dergelijke koude dagen speelt de lente zich af in mijn hoofd en dat doet mij glimlachen. Terwijl ik naar de zon kijk, bedenk ik dat het jaar niet slecht begonnen is. Een gelukzalig, ja lente-gevoel maakt mij al enkele weken echt content. Dat is niet normaal want ik ben een zonnekind; ik moet niets van koude hebben. Wat palaver ik dan over lente bij min zes graden? Noem het een zeker bewust-worden. Als ik mijzelf erbij tel, heb ik vijf(!) mensen die ik dicht bij mij verdraag. Tot die vaststelling kwam ik. Dat klinkt arrogant en dat is het ook. Vijf – vier eigenlijk – mensen. En zij maken mij gelukkig. Zij brengen de lente in de winter. Vooreerst is er mijn zoon natuurlijk die mij aan het lachen maakt en mij ontroert met berichtjes als tot vanavond mama of ook wel yep. Er is mijn zus die in deze tijden in booking-modus overgaat. Ze brengt mij op de hoogte van alle vluchten richting Athene. En dat, dat ontwaakt de lente. Er is een collega die mij erg genegen is. Het is een vrouw waar je op kan bouwen; ze begrijpt mij als de beste en schenkt veel vertrouwen. Het is één van de aardigste mensen die ik ken. En tot slot is er een man die ik – ondanks mijzelf – goed kan verdagen, al eet hij geen kaas. Van dat selecte clubje, waarvan ik wens dat mijn moeder er ook nog toe zou behoren, van die mensen hou ik. Ze zijn mijn lente in de winter.

Hallo, ik ben Sigrid.

Hier lees je over de dingen waarvan ik hou: over Griekenland, over Athene in het bijzonder, over gebak en koffie, over wijn en whiskey, over reizen en culturen, over muziek en over boeken.

Mijn blog probeert mijn gedachten te volgen, hoppend van het één naar het ander. Zelden rustig. Zelden heel lang ernstig.
Veel leesplezier.

Contact: sigrid.lapiere@gmail.com

Gerelateerde artikels

Dimitri Verhulst is een goede kusser. Dat is een aanname, een veronderstelling die ik zelf al te graag geloof. “Wat ik wil zeggen: ik mis de kus.”
Ik betaal de taxichauffeur en stap het plein op, richting bar. De jongen aan de receptie groet mij en ik loop door tot de lift. Zesde verdieping. Deze lift kent mij beter dan ik mijzelf. In de bar is het nog rustig. Alex loopt naar mij toe en groet mij hartelijk. We nemen plaats en ik lach eens naar de barman. Wat ik wens te drinken? Negroni natuurlijk.
Ik lees Een wonderlijk gemis van Christophe Ono-dit-Biot. Beter dan deze titel kan ik niet omschrijven hoe ik het gemis ervaar. Maar naast een wonderlijk gemis wacht er een wonderlijk leven.
Contact

sigrid.lapiere@gmail.com